4 Afwikkeling claims en onregelmatigheden

ACM

In het besluit van 6 maart 2015 heeft de ACM geconcludeerd dat NS artikelen 67 en 71 van de Spoorwegwet (“Spw”) heeft overtreden door in het kader van de aanbesteding Limburg geen redelijk aanbod te doen voor wat betreft locaties voor servicebalies, pauzelocaties, noodknopvoorzieningen, CICO-palen, voor energie-kosten, afhandeling van storingen en reisinformatie (artikel 67 Spw.). Daarnaast concludeert de ACM dat NS concurrentiegevoelige informatie van onder meer Veolia heeft gedeeld met Abellio en QBuzz (artikel 71 Spw.).

Op 22 mei 2017 heeft de ACM geoordeeld dat NS in strijd heeft gehandeld met artikel 24 van de Mededingingswet en artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De ACM heeft NS hiervoor een boete opgelegd van € 40,95 miljoen. De ACM stelt, op grond van een normenkader dat zij zelf heeft bepaald, dat de bieding van NS niet aan de interne rendementseis zou voldoen. Deze benadering van de ACM is nieuw en heeft verstrekkende gevolgen voor de spoorsector en toekomstige aanbestedingen en investeringen door NS. Gelet hierop heeft NS bezwaar aangetekend tegen het besluit. NS betwist dat zij een verlieslatend bod zou hebben gedaan bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg. Het bod voldeed ook aan de interne rendementseis. NS is het daarom oneens met het oordeel en onderbouwing van het besluit van de ACM. NS heeft door middel van een bezwaarschrift aan de ACM gevraagd het besluit te heroverwegen. Op 29 maart 2018 heeft de ACM de bezwaren van NS afgewezen. NS heeft (pro forma) beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar. De opgelegde boete is in 2017 voldaan en ten laste gebracht van het resultaat 2017. Aangezien de uitkomsten van de beroepsprocedure onzeker zijn en eventuele vorderingen op de ACM als gevolg van de uitkomsten van een beroepsprocedure niet voldoen aan het IFRS criterium “vrijwel zeker”, heeft NS per 30 juni 2018 geen vorderingen dienaangaande opgenomen.

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (Functioneel Parket s'-Hertogenbosch) is in 2015 een strafrechtelijk onderzoek gestart naar mogelijke strafbare feiten in verband met de aanbesteding voor het openbaar vervoer in Limburg. Het onderzoek is gericht op feiten en omstandigheden rondom een vermeende constructie inzake het bekendmaken van bedrijfsgeheimen. Onder meer de vennootschappen NS Groep N.V., Qbuzz B.V., Abellio Transport Holding B.V. en Abellio Nederland B.V. zijn als verdachte aangemerkt. In februari 2016 heeft de NS Groep N.V. het eind proces-verbaal met betrekking tot het strafrechtelijke onderzoek ontvangen. Het OM heeft nadien NS Groep N.V. gedagvaard. De inhoudelijke behandeling heeft in het tweede deel van 2017 plaatsgevonden. Op 21 december 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant NS vrijgesproken ten aanzien van twee aan NS ten laste gelegde feiten en is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van een derde aan NS ten laste gelegd feit.

Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 21 december 2017. De uitkomst hiervan en welke financiële consequenties dit zal hebben (hoogte eventuele boete, transactie etc.) valt op dit moment dan ook niet betrouwbaar vast te stellen. Als gevolg hiervan is geen voorziening opgenomen.

Overig

Het inherente risico bestaat dat naar aanleiding van de geconstateerde onregelmatigheden nog aanvullende claims worden ontvangen. De hierboven genoemde claims kunnen een materiële impact hebben op het resultaat en vermogen van NS. Omdat de uitkomsten hiervan op dit moment niet betrouwbaar kunnen worden geschat zijn hiervoor geen voorzieningen getroffen.